zelf reflecterend ©
|
poëzie
Hmm, tja,
uuh, hoe zat het ook al weer... O ja, ik had ooit eens een leuk
gedichtje geschreven toen ik verliefd was op een meisje dat helaas
niet verliefd wilde worden op mij. Jaren later werd ze vermoord door
een Joegoslavische vriend van haar. Was toch maar beter wel voor
mij gegaan, denk ik dan. Wat een wereld. In ieder geval, het gedichtje
droeg ik voor op een dichtersavond in een cafee. Het viel bijzonder
in de smaak bij een zekere Sjaak die bezig was een
schrijversclubje op te richten. Hoewel ik daarvoor wel al wat
liedjes had geschreven, kreeg ik door de toetreding in dat
schrijversclubje, het heette "kring 9", pas werkelijk het gevoel dat
ik als dichter of schrijver serieus meetelde. Dit is al weer lang
geleden en inmiddels heeft het schrijven een behoorlijke periode
stil gelegen. Het kan er mee te maken hebben dat de taal der woorden
vaak iets stoffigs heeft. Ik kan dit niet goed uitleggen en eigenlijk
wil ik dat ook helemaal niet.
Hoe het ook zij, later werd ik lid
van het Noord Hollands Dichterscollectief dat inmiddels ook al weer
ter ziele is gegaan.
Anyway, zowel uit deze tijd als die van kring 9 wil ik u toch op
enigerlei leesbaars trakteren.
Helaas kan ik dat gedichtje waarmee het allemaal begon niet meer
terugvinden. Hmm, tja, 't zal wel met die eeuwige troep te maken
hebben, die rotzooi waarmee ik m'n huis heb gevuld en waar ik
maar niet van af kom. Ik haat m'n rotzooi... Oh hé! Ik heb het
warempel gevonden!
Een merkwaardige tijd
Sinds ik woon aan een abstracte kade,
sinds ik uitsputter in de lantaarn van jouw genegenheid,
sinds die merkwaardige tijd ben jij
mijn mand vol twijfels.
Mijn dromen trekken als wolkjes door de zee
van mijn onuitputtelijk onvermogen.
Een beetje regen is een goede grap.
Het gaat heel aardig met de wildernis.
Mijn overdosis zaligheid.
Ik wil met je dansen.
Het onderstaand
gedicht beschrijft het proces van in slaap vallen. Zonder dit bewust
zo te hebben geconstrueerd bleek de structuur ervan zodanig dat elk
couplet een afzonderlijke staat van hersenfrequentie vertegenwoordigd.
(zie ook hersenfrequenties)
Welterusten
Een bed, een laken,
Een kussen, een hoofd,
Ogen die sluiten,
Gedachten die touwtjes knopen.
Een begrip valt zomaar weg,
En met mijn adem komt dan Anima,
Als was het op vleugeltjes,
De hoek om gewaaid.
Een droom is ongemerkt
Mijn huis binnengeslopen.
Als een stiekume geliefde,
Om zich zoet met mij te versmelten...
...nu ik toch van niks meer weet.
(Gedicht dat
uit een schrijfsessie van "kring 9". Deze is van 13
juli 1994, ik weet nog goed dat het bij Aaf thuis aan de
Tugelaweg is ontstaan.)
De ruimte
in mijn hoofd.
De ruimte
in mijn hoofd
is een
solide uitbouw van mist.
Men
vermoed water
het
tuimelend succes van een wankele schuit
een
verbranding die nooit volledig is
behoedzame
terughoudendheid.
De ruimte
in mijn hoofd
is de ver
strekkende onbaatzuchtigheid
van jouw
dissimilerende glimlach.
Ik drijf
op zand
ik adem
radioknopjes
een
bakfiets vol tumult
binnen de
omheining
van jouw
verjaardagstaart
ik geef
teveel
zwaluwen
strijken neer
op een
elektrische draad
naar
het verleden.
De ruimte
in mijn hoofd
staat half
open
en denkt
aan jouw
poppehart.
(Een tamelijk
recent gedichtje...)
De vlinder
aan het strand
Ben jij
een mop?
ooit was
je eitje,
eens
wulpse rups,
toen weer
pop.
O, vlinder
aan het strand,
wat doe je
toch,
in al dit
zilte zoute zand?
Ik zie je
vrolijk wapperen,
met je
vleugels dan weer open dan weer dicht,
zo lekker
dartelen, dapper klapperen,
maar
straks neemt de wind je mee,
En dan
verdrink je
in de zee.
Iets te
hoge fiets
(7-7-2005, een voorbeeld van hoge poëzie)
Op ongewone hoogte betrapt
fietst een dichter.
En met het woordenhoofd
in witte wolken
gebogen op zijn grap gesnapt
weet hij het noodlot lichter.
Want zelfs bij stugge tegenwind
is de man wimpelwijs
ver boven asfalt, grond en grind
zeg maar kreuk- en rimpelvrij gezind.
Op ongewone hoogte betrapt
fietst een dichter.
Als hij maar niet
met zijn rijmend brein
op de behobbelde straatstenen klapt...
Bovenstaand gedicht is het openingsgedicht van
een iets te fraai gedichtenbundeltje dat ik onlangs heb gefabriceerd met de gelijknamige titel:
"IETS TE HOGE FIETS".
Het bevat een hoog aantal hoogstaande gedichten waarvan er vier refereren aan hoogfietserij.
Andere thema's zijn; de vrouw, de liefde, onwetendheid, de wolf, stilte, eeuwigheid, enzovoort. Verder
bevat het boekje een zestal kleine doch fijne illustratietjes, uiteraard ook van mijn hand. Bestellen zie;
contact/verkoop
.
|